Internationaal werken is boven alles inspirerend, telkens anders en vooral leuk om te doen. Maar, ‘het moet wel bij je passen’, aldus Mecanoo’s Francine Houben. Op 7 februari sprak zij over internationaal ondernemen op de MakeHappen! Inspiration Night van de BNA.
Dit interview is hier met toestemming overgenomen van de website van de BNA.
Over de grens werken, heeft veel boeiende kanten: andere culturen, bijzondere opdrachtgevers, nieuwe uitdagingen, lokaal eten. Er is wel een maar: ‘Denk goed na over je zakelijke afspraken. Daar hoort bij dat je misschien niet alleen in één land actief moet zijn. Denk aan spreiding van de hele portfolio: je moet je risico’s en kansen slim spreiden.’
Op een winterse dag zitten wij in ‘De Kapel’, een prachtige ruimte in het monumentale kantoor van Mecanoo aan de Oude Delft.
Waarom werkt Francine Houben eigenlijk in het buitenland?
‘Nieuwsgierigheid en ambitie. Ons eerste gerealiseerde publieke gebouw over de grens was een theatercomplex in Spanje. Het is heel inspirerend om internationaal te werken, als je zoals ik graag reist, en van de zuidelijke cultuur houdt.’
Mecanoo moest het in haar beginjaren vooral hebben van woningbouwprojecten.
‘Ik heb in het buitenland werk kunnen realiseren, wat in Nederland eerst niet kon. Publieke gebouwen vind ik architectonisch en stedenbouwkundig de grootste uitdaging. Dat en de afwisseling is wat ons vak juist zo leuk maakt.’
Francine Houben (foto Wikimedia)
Is internationaal werken een kwestie van een goed plan maken?
‘Zelf heb ik niet altijd een vooropgezet plan of een strategie met betrekking tot waar ik wil werken. Het gaat in de praktijk toch anders dan je bedenkt. Tijdens de crisis werkten wij bijvoorbeeld in New York, Manchester, Washington en Luxemburg. Toch blijft Nederland trekken. Wij zijn op dit moment bezig met het ontwerp van een aantal torens en met het nieuwe stadhuis van Heerlen inclusief de restauratie van het Raadhuis van Peutz. Ook starten we met de renovatie van De Nederlandsche Bank in Amsterdam.
Hoe ziet het werken in het buitenland eruit?
‘Werken in Azië kan snel en langzaam gaan. Voor ons laatste grote project in Taiwan, het National Kaohsiung Center for the Arts dat in oktober werd geopend, waren wij twaalf jaar aan het werk. De laatste honoraria moeten overigens nog betaald worden. Dus het is goed om na te denken over je verdienmodel. Wil je het hele proces en alle fases begeleiden, of lever je alleen het concept of een ontwerp?’
National Kaohsiung Center for the Arts, Taiwan (foto Wikimedia)
Ontwerpen voor de toekomst
Er is een anekdote over een bekende Amerikaanse architect die weigerde een museum te ontwerpen in Azië omdat er nog geen collectie was.
‘Dat vind ik een beetje ouderwets denken eigenlijk. Er is zoveel beweging en ambitie in Azië, en je moet juist flexibele ontwerpen maken en in mogelijkheden denken. Er is ambitie en drive. Ons laatste project in Taiwan is zeer geslaagd, omdat de publieke ruimte onmiddellijk werd omarmd door de bevolking die er oefent, optreedt of aan Tai Chi doet.’
National Kaohsiung Center for the Arts, Taiwan, interieur (foto Wikimedia)
Moet je gewoon beginnen met internationaal werken?
‘Die zakelijke kant van het internationale werken is erg belangrijk: je moet je risico’s en kansen slim spreiden over de tijd en over meerdere landen en specialisaties.’
Francine Houben heeft recentelijk de BNA Kubus – ‘s lands oeuvreprijs – ontvangen. Wat betekent dat voor haar?
‘Ik vind het belangrijk om kennis te delen, en dat collega’s elkaar helpen. Wij zijn samen één branche die zich niet uit elkaar moet laten spelen. Wij zijn ook bewust en uit solidariteit lid van de BNA. Ervaringen uitwisselen hoort daar bij, ook met buitenlandse collega’s. Zo’n initiatief als de MakeHappen! Inspiration Night is daarvoor een ideaal moment.’
Overgenomen van bna.nl